Wanneer ik morgen doodga,>
vertel dan aan de bomen>
hoeveel ik van je hield.>
Vertel het aan de wind,>
die in de bomen klimt>
of uit de takken valt,>
hoeveel ik van je hield.>
Vertel het aan een kind>
dat jong genoeg is om het te begrijpen.>
Vertel het aan een dier,>
misschien alleen door het aan te kijken.>
Vertel het aan de huizen van steen,>
vertel het aan de stad>
hoe lief ik je had.>
>
Maar zeg het aan geen mens,>
ze zouden je niet geloven.>
Ze zouden niet willen geloven dat>
alleen maar een man>
alleen maar een vrouw>
dat een mens een mens zo liefhad>
als ik jou.>
>
Gedicht: Hans Andreus